Willem Bouma: 5 keer 6 weken Zambia
Toen wij in 2006 voor de eerste keer in Zambia kwamen, was het voor ons allemaal afwachten en nieuw. Andere mensen met een andere cultuur, een andere taal. Aan alles moesten wij eerst wennen en zij natuurlijk aan ons. Maar zodra je met hen aan het bouwen ging, was het ijs snel gebroken. Natuurlijk was het voor ons als 4 broers 6 weken onder één dak en samen werken, weer wennen, maar ook een hele ervaring. We hebben daar die tijd met veel plezier gewerkt en geleefd. De andere 4 jaren zijn Herman en ik elke keer met 2 vrijwilligers uit Nederland, naar Zambia geweest. Ook dat was altijd eerst aan elkaar wennen, je moest wel 6 weken met elkaar kunnen werken en leven onder de zelfde omstandigheden, en in het zelfde huis. Ik kan eerlijk zijn, wij hebben daar ieder jaar met veel plezier gewerkt. Ik had dat niet willen missen. Wat het is om 5 keer naar Zambia te gaan om daar te werken? Het is een voorrecht om dat te kunnen doen en je te mogen inzetten voor mensen die het materieel aan heel veel ontbreekt. Ook als je ziet dat de gebouwen, die in die 5 jaar gebouwd zijn, veel worden gebruikt geeft dat veel voldoening. De Zambianen zijn ons, als stichting, dan ook heel dankbaar voor wat er voor hen gedaan wordt. Het afgelopen jaar was voor mij mijn laatste keer om daar te bouwen. Het afscheid nemen van de mensen daar, waar ik een band mee heb
opgebouwd, was echt moeilijk! De mensen zijn daar spontaan, dankbaar en bezorgd, er mocht ons niets overkomen. Je voelde je echt bij hen thuis. Natuurlijk waren we ook weer blij, als we na een lange reis, weer gezond en wel bij onze familie op Schiphol stonden!
Terugblik Johannes Lenes
Na zo’n twee maanden weer thuis te zijn en met alle bouwers nog even te hebben bijgepraat beleef je de hele zes weken even opnieuw. En als men je dan vraagt wat is je het meest bijgebleven? Een eindeloze grote wereld vol met hobbelige zandpaden, geweldig mooie natuur maar ook een harde natuur waarin de sterkste overwint. Warmte, droogte, wind en stof… Warmte ook bij de mensen en het was geweldig om
met deze mensen te mogen samenwerken. Een handgebaar, oogcontact en een blijde lach waren de voertaal, want mijn Engels is net zo
goed of slecht als dat van de Zambianen, dus onverstaanbaar, maar juist daardoor was het prettig samenwerken met de jongens daar en
met Jan, Willem en Herman. Er is in die zes weken toch maar heel wat moois bereikt waar iedereen ontzettend blij mee en trots op is! Thuis gekomen zie je ook dat het bijzonder hard nodig is om daar voor wegen, onderwijs, riolering en nog zoveel meer te zorgen. Dat betekent dus gewoon doorgaan. Voor de nieuwe uitdagingen, met de blijheid en warmte die wij vanuit Zambia hebben meegekregen, proberen om hier bedrijven, particulieren, scholen te overtuigen van de noodzaak. Dat is wat ik heb meegekregen.
Terugblik Jan Koenders
Mijn observatie: Het is heel erg dankbaar werk. De reactie van de mensen daar: “bedankt dat jij dit doet, dat jullie betalen, dat jullie dit voor ons over hebben”. Dat zijn grote mensen, de kleintjes zeggen tegen ons: “makoewa” (blanken), “wij vinden jullie lief”. Wij vonden hen ook lief. Kleine mensjes, donker gekleurd, lief, mooi, aantrekkelijk. Naast het weeshuis woonden wij, zij misten natuurlijk hun pappa en mama, zij kropen dan tegen ons aan om aandacht en een beetje liefde te krijgen. Zo lief! BmB had wat speelgoed en knuffels ingezameld. Wat waren zij daar blij mee. Waar niets is, is iets al veel. En toch zijn deze mensen meestal vrolijk. Ik bewonder ze wel, of is het respect? Ik probeer
te helpen. Mijn kelder kan gebruikt worden als opslag van hulpgoederen. Pater Johannes, broer van Willem en Herman en de aanleiding om de stichting op te richten, woont al 50 jaar in Afrika. Hij heeft als pater het hele land gezien. Hij weet alles nog beter in te schatten. Het is fijn dit gedaan te hebben en zeker voor herhaling vatbaar. Een geweldige ervaring. Ik zou bijna zeggen, bedankt dat ik dit mee mocht maken.
3 mei 2019